Hoofdlijnenbrief Wet DBA – drie routes en vijf stappen

 In Nieuws

Het kabinet gaat verder met de uitwerking van de maatregelen uit het regeerakkoord ter vervanging van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). Wat is de stand van zaken en wat zijn de vervolgstappen? 

Het kabinet verduidelijkt uiterlijk per 1 januari 2019 het gezagscriterium. Ook gaat het kabinet bezig met de verdere uitwerking van de webmodule. In september vindt weer een overleg met veldpartijen plaats.

Minister Koolmees van Sociale Zaken en staatssecretaris Snel van Financiën hebben een hoofdlijnenbrief aan de Tweede Kamer gestuurd.

Het streven blijft dat de wetgeving 1 januari 2020 ingaat. In het najaar zal het kabinet de Tweede Kamer opnieuw op de hoogte stellen van de stand van zaken.

Uitwerking maatregelen vervanging Wet DBA

De afgelopen maanden is gestart met de uitwerking van de maatregelen ter vervanging van de Wet DBA.  Het maken van nieuwe wetgeving rond zzp is geen eenvoudige opgave. Het kabinet zet de komende maanden in op een aantal vervolgacties die het wetgevingsproces verder zullen brengen. 

Het kabinet gaat de komende maanden een aantal concrete stappen zetten. Een nadere uitwerking van de maatregelen volgt in het najaar.  

Drie routes 

Het kabinet zet in op drie routes:  

  1. Het tijdpad voor de verruiming van het toezicht op arbeidsrelaties blijft onverminderd van kracht. De handhaving is opgeschort tot in ieder geval 1 januari 2020, met uitzondering van kwaadwillenden.
    Vanaf 1 juli 2018 wordt de handhaving niet meer beperkt tot de meest ernstige gevallen van kwaadwillendheid, maar wordt de handhaving verbreed tot alle kwaadwillenden, zoals al is aangekondigd in de brief van 9 februari 2018.
  2. Het kabinet neemt een aantal vervolgstappen zodat er verder kan worden gegaan met een nadere uitwerking van het regeerakkoord.
    Zo loopt er een onderzoek naar de manier waarop zzp’ers hun tarief bepalen en gaat het kabinet in gesprek met de Europese Commissie over de bescherming van werkenden met lage tarieven.
    Uiterlijk per 1 januari 2019 zal het kabinet het criterium gezag hebben verduidelijkt.
    Het kabinet zal onderzoeken of en hoe met een webmodule in voldoende mate een balans in randvoorwaarden kan worden gevonden. Ook gaat het kabinet verder met een goede en gedegen uitwerking van de maatregelen voor de boven- en de onderkant van de arbeidsmarkt. In het najaar komt het kabinet met een nader voorstel.  
  3. Het kabinet kijkt ook naar de langere termijn. De opkomst van nieuwe vormen van arbeidsrelaties tussen opdrachtgever/werkgever en opdrachtnemer/werknemer zorgt voor fundamentele vragen over de arbeidsmarkt, het arbeidsrecht en de sociale zekerheid.
    Om voorbereid te zijn op de toekomst wordt een onafhankelijke commissie ingesteld die onderzoek doet naar deze vraagstukken, waaronder de mogelijkheid van de introductie van een ondernemersovereenkomst en de herziening van de definitie van de uitzendovereenkomst, zoals eerder geschetst in de brief ‘naar een nieuwe balans op de arbeidsmarkt’ van 15 december 2017. 

Kwalificatie arbeidsrelatie 

Er bestaat een groot verschil in fiscale en arbeidsrechtelijke behandeling tussen opdrachtnemers en werknemers . De kwalificatie van de arbeidsrelatie – werknemer/werkgever of opdrachtnemer/opdrachtgever – heeft daardoor grote impact op beide partijen. 

Zonder duidelijkheid over de kwalificatie leiden deze grote verschillen tot problemen op de arbeidsmarkt. Het leidt tot onrust onder zelfstandigen en hun opdrachtgevers omdat de gevolgen van een verkeerde inschatting van de arbeidsrelatie groot kunnen zijn. Tegelijkertijd is aan de onderkant van de arbeidsmarkt een groep ontstaan die buiten de bescherming van het arbeidsrecht en de sociale zekerheid valt, maar voor wie deze bescherming in de ogen van het kabinet wel wenselijk is.  

De maatregelen uit het verleden hebben de problemen onvoldoende opgelost. 

De nieuwe maatregelen moeten enerzijds (de opdrachtgever van) echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden (vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt) voorkomen.   

De maatregelen in het kort  

Het kabinet heeft zich tot doel gesteld om de arbeidsmarkt weer in balans te brengen. Daartoe zijn in het regeerakkoord op het terrein van werken als zelfstandige de volgende maatregelen voorgesteld:

  • Arbeidsovereenkomst bij laag tarief: om aan de onderkant van de arbeidsmarkt zelfstandigen vaker bescherming te bieden, wordt in bepaalde gevallen verplicht sprake van een arbeidsovereenkomst. Hiermee wordt aan de onderkant van de arbeidsmarkt schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden voorkomen.  
  • Opt-out: aan de bovenkant van de arbeidsmarkt komt er voor zelfstandig ondernemers een opt-out van de loonheffing en werknemersverzekeringen. Dit biedt ondernemers aan de bovenkant van de arbeidsmarkt extra zekerheid.  
  • Opdrachtgeversverklaring: via een webmodule kunnen opdrachtgevers een verklaring verkrijgen waarvan de uitkomst kan zijn dat geen sprake is van een dienstbetrekking. Daarmee krijgen ze helderheid over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. 

Uitwerking webmodule 

Bij de uitwerking van de webmodule wordt gekeken naar het evenwicht tussen het aantal vragen (administratieve lasten), de aanvaardbare foutenmarge (hoe vaak mag de webmodule onterecht een opdrachtgeversverklaring afgeven hetgeen pas achteraf blijkt) en het aanvaardbare aantal gevallen waarin de webmodule niet tot een uitkomst kan komen en om die reden tot een afwijzing van het verzoek om zekerheid vooraf komt.  

Is sprake van gezag?

Belangrijk criterium bij het bepalen of sprake is van wel of geen dienstbetrekking is of sprake is van gezag. Onder meer de uitleg van dit begrip heeft bij de invoering van de Wet DBA tot verwarring geleid en daarmee tot onrust onder
zelfstandigen en hun opdrachtgevers. Daarom zal eerst werk gemaakt worden van het binnen de kaders van de huidige wet- en regelgeving verduidelijken van dit begrip. Omdat hiervoor geen wetswijziging nodig is, kan op korte termijn (per 1 januari 2019) al meer duidelijkheid worden geboden,

Met wetenschappers en veldpartijen zal worden gekeken of en hoe door middel van een webmodule duidelijk kan worden gemaakt of sprake is van werken buiten dienstbetrekking, waarbij gestart zal worden met de vraag wanneer sprake is van gezag. 

In gesprek met veldpartijen 

Het kabinet organiseert op 3 september 2018 een vervolg op de kickoffbijeenkomst van januari 2018. Tijdens deze bijeenkomst wil het kabinet graag verder in gesprek met veldpartijen om te bekijken hoe de maatregelen, binnen de randvoorwaarden van het regeerakkoord, zo goed mogelijk kunnen worden uitgewerkt zodat de doelstellingen bereikt worden. 

Concrete stappen op een rij 

Het kabinet is van plan de Tweede Kamer in het najaar nader te informeren over de uitwerking van de voorgestelde maatregelen. Om tot die uitwerking te komen, onderneemt het kabinet de volgende acties:  

  1. Het kabinet werkt verder aan verduidelijken van het gezagscriterium, zodat per 1 januari 2019 meer inzicht bestaat in de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Met wetenschappers en veldpartijen zal worden gekeken hoe inzichtelijk gemaakt kan worden wanneer sprake is van gezag. 
  2. Het kabinet zal onderzoeken of en hoe met een webmodule in voldoende mate een balans in randvoorwaarden kan worden gevonden.  
  3. Het kabinet gaat het gesprek aan met de Europese commissie over de verhouding van de arbeidsovereenkomst bij laag tarief met het Europees recht.
  4. Het kabinet laat onderzoek doen naar tarieven, tariefopbouw en kenmerken van zelfstandigen en hun opdrachten.
  5. Het kabinet gaat de keuzes in beeld brengen ten aanzien van de uitwerking van de criteria voor afbakening van de verschillende maatregelen, waarbij een balans wordt gezocht tussen de verschillende randvoorwaarden en gaat hierover in gesprek met veldpartijen.

Het kabinet is zich ervan bewust dat niet iedereen tevreden kan worden gesteld. Ook als er meer duidelijkheid ontstaat over de aard van de arbeidsrelatie zullen er altijd opdrachtnemers en opdrachtgevers zijn die het niet eens zijn met de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Maatregelen zijn volgens het kabinet echter nodig om zekerheid te bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden aan te pakken.  

 

Bron: salarisnet.nl

Recent Posts