Huizenkoper schiet zichzelf in de voet
Over de koopprijs van een woning valt nog maar weinig te onderhandelen. Gemiddeld genomen lag de betaalde koopprijs in het tweede kwartaal van 2018 met 0,1% nog maar net onder de vraagprijs. Kopers betalen op steeds meer plekken in Nederland meer dan de vraagprijs.
Deze prijsstijging wordt mede gefaciliteerd door een groeiende overwaarde, de aanhoudende lage hypotheekrente, de aankoop van koopwoningen door beleggers in de grote steden en de inkomensgroei, die door de sterke economie vermoedelijk de komende paar jaar nog versterkt zal doorzetten. Die verwachting schetst het Expertisecentrum Woningwaarde OTB van de Faculteit Bouwkunde TU Delft, in de vorige week gepresenteerde tweeëntwintigste Monitor Koopwoningmarkt.
Omgeslagen koopproces
De meeste woningmarktgebieden kennen inmiddels een krappe tot zeer krappe koopwoningmarkt. Dit wordt mede veroorzaakt door een volledig omgeslagen koopproces, waarbij eerst een nieuwe woning wordt gekocht en pas daarna de eigen woning in de verkoop gaat. Daarmee schiet de huizenkoper zichzelf in de voet. Consumenten willen wel kopen, maar hebben steeds minder te kiezen. “De potentiële kopers staan in de rij bij elke woning die te koop wordt aangeboden. Of de woning is al verkocht voordat zich een rij kan vormen”.
Krapte-indicator naar recordhoogte
De krapte-indicator (de verhouding tussen het te koop staande woningaanbod en het aantal transacties) op de markt van bestaande woningen staat inmiddels op een waarde 3,8. Sinds het begin van deze eeuw konden kopers niet eerder uit zo weinig te koop staande woningen kiezen. Ook op de markt van nieuwbouw koopwoningen is de krapte-indicator inmiddels gedaald tot 2,3 in het eerste kwartaal van 2018. De keuze is op deze markt dus nóg beperkter. De juiste nieuwe woning wordt steeds vaker buiten de grote steden of buiten de Randstad gevonden.